Laat de kaars maximaal 3 uur branden of tot de gesmolten massa het glas heeft bereikt. Knip de pit telkens vóór het aansteken van de kaars af tot 0,5 cm. Laat hiervoor 0,5 cm ongesmolten was achter op de bodem van de kaars om te voorkomen dat het glas en het oppervlak eronder lange tijd worden blootgesteld aan directe hitte. Het houten deksel dient als onderzetter en om de vlam te doven. Het glas kan worden gewassen en hergebruikt voor waxinelichtjes of om te bewaren.