Nog zo’n worsteling: hoe meet je mainstream succes en wat moet je er nou eigenlijk mee als je het eenmaal hebt? “De jacht naar succes is eigenlijk gewoon een valkuil”, zegt ze nuchter. “Succes laat zich niet vatten. Als je van de ene op de andere dag commercieel succes hebt, kun je zomaar ontevreden raken over het gebrek aan echt diepgaande invloed. En als je door critici wordt bejubeld, zet je misschien ineens alles op alles om commercieel succes te bereiken. Het is een voortdurende strijd.”
Hoe gaat zij met die strijd om? “Ik probeer me nergens wat van aan te trekken. Ik probeer gewoon te maken wat ik leuk vind, zelfs als niemand anders er wat aan vindt.” Die strategie lijkt eenvoudig, maar zoals iedereen wel weet, is het bij het maken van kunst ongelooflijk moeilijk om je niet te verliezen in de meningen of verwachtingen van anderen. Maar degenen die het lukt om die mallemolen te vermijden, zijn de mensen die de cultuur een stapje verder helpen. Als we haar vragen welke artiesten een soortgelijke aanpak hebben, noemt Aitchison: “Doja Cat, Honey Dijon, Yung Lean, The 1975, fotograaf Yelena Yemchuk en filmmaker Ninja Thyberg. Zij zijn creatief onverschrokken in een tijd waarin er zoveel angst rondwaart.”
Het is die onverschrokkenheid die Aitchison inspireert bij het maken van kunst. Het is dan ook niet vreemd dat ze totaal geen interesse heeft in het volgen van modetrends. “Ik zit in mijn meest minimalistische fase,” besluit ze. “Eenvoudige kleding, tijdloos, veel zwart. Ik draag dingen graag opnieuw. Ik heb het liefst zo weinig mogelijk bij me.” Een aanpak waar we ons helemaal in kunnen vinden. Al moeten we nog wel even geduld hebben om te zien waar deze nieuwe stemming haar toe leidt. Op de vraag welk Charli XCX-tijdperk hierna volgt, krijgen we alleen maar terug: “Da’s een geheim, sorry. Dat krijgen jullie niet te horen.”